Hoogbegaafde kinderen worden ook volwassen…

want hoogbegaafdheid gaat natuurlijk niet over bij het opgroeien. Ook de volwassen hoogbegaafde wordt geregeld geconfronteerd met het gevoel dat hij of zij ‘anders’ is, houdt zich in om omdat hij slecht begrepen wordt, voor gek versleten wordt of al zo vaak buiten de groep valt. Als gevolg hiervan kan (een in enige mate of totale) vereenzaming en/of vervreemding optreden of de gedachte postvatten dat je werkelijk ‘gek/verkeerd’ bent. ‘Ik ben kennelijk de enige die er zo over denkt, alle anderen denken dat het anders is, dus het zal wel aan mij liggen..’. Met de daarbij behorende gedachte dat jij dan klaarblijkelijk wel weer zal moeten aanpassen.

De hoogbegaafde leerling die het goed doet op school is vaak in staat ook een HBO of universitaire studie aan te gaan en af te ronden. De kans dat je daar je ontwikkelingsgelijken tegenkomt is dan relatief iets groter, maar net als in de kindertijd beperkt. Ook komen deze mensen vaker terecht in een werkkring die past bij het denkvermogen en de talenten meer op waarde kan schatten. De hoogbegaafde die het niet redt op school, motivatie kwijtraakt, afstroomt of zelfs voortijdig de school verlaat, loopt de kans om ver onder zijn denkniveau in een baan terecht te komen. Omdat hij wel het inzicht en overzicht heeft in de processen en bijvoorbeeld uitspreekt dat zaken anders aangepakt zouden kunnen worden, kunnen collega’s of de chef hem of haar als een bedreiging of ergernis gaan ervaren. Ook verveelt de hoogbegaafde zich snel in een dergelijke werkkring en zal mogelijk vaak van baan veranderen zonder ergens echt te kunnen aarden en groeien.

Veel hoogbegaafden die er op latere leeftijd achter komen dat zij een IQ >130 hebben, ervaren eerst een soort rouwperiode: ‘Wat zou er allemaal anders gegaan zijn als ik het geweten had?’. Daarna komt de vraag: ‘En nu?’ Bijstellen van je zelfbeeld en zelfacceptatie volgt in de weken, maanden, soms jaren daarna. Sommigen besluiten alsnog te gaan studeren, en lopen vervolgens opnieuw tegen dezelfde leerproblemen aan: geen overzicht, een ‘start’probleem, uitstellen, niet kunnen onthouden van betekenisloze informatie, niet kunnen plannen. Omdat hoogbegaafden heel anders leren dan gemiddeld begaafde mensen kan het uitkomst bieden om dan toch nog ondersteuning te zoeken.

Ontwikkelingsgelijken

Hoogbegaafden vormen ongeveer 2% à 3% van de bevolking. Dat betekent dat je als hoogbegaafde niet gemakkelijk in contact komt met gelijkgestemden. En juist dit contact is zo belangrijk: merken dat er anderen zijn die net zoals jij denken, functioneren, jouw humor delen, reageren met “dat heb ik ook!” en niet je gehele uitleg met tussenstappen nodig hebben om je te kunnen volgen. Waar je mee kunt praten, lachen, debatteren, huilen, voluit kunt gaan, delen. Het vinden van ontwikkelingsgelijken is daarom belangrijk, ook voor volwassenen. Gelukkig is dat in het moderne tijdperk een stuk gemakkelijker dan het ooit was, er zijn inmiddels vele mogelijkheden elkaar ‘op te zoeken’. Ook voor (jong)volwassenen worden vanuit verschillende organisaties bijeenkomsten georganiseerd om contact te leggen, jezelf nader te informeren of je vragen te kunnen stellen (bijv. IHBV, Mensa Nederland, Choochem).

Intelligentieonderzoek

Voor volwassenen is de noodzaak tot intelligentieonderzoek soms minder groot; immers, het is niet nodig als toelatingsexamen voor aangepast onderwijs, of als ‘bewijsmateriaal’ voor op school of in zorg. Wanneer u echter zelf een beeld wilt hebben van uw intelligentie, uw sterke en relatief minder sterke kanten en de manier waarop u denkt en informatie verwerkt, geeft dit wel veel inzicht. Het kan u steunen in het durven accepteren en uitspreken van eigen begaafdheid, en ook een vertrekpunt bieden bij het aangaan van nieuwe uitdagingen: een studie, andere baan of thema in de persoonlijkheidsontwikkeling.