AD(H)D algemeen

De term AD(H)D staat voor Attention Deficit (Hyperactivity) Disorder, in het Nederlands bekend als aandachtstekortstoornis (met hyperactiviteit). Er is bij ADHD sprake van een neurobiologische stoornis in de hersenen. Kinderen en ook volwassenen met ADHD hebben meer en sterker dan gemiddeld problemen met:

  • Aandacht en concentratie; zij vinden het moeilijk om hun aandacht blijvend op een taak te richten en zich niet door allerlei prikkels uit de omgeving te laten afleiden
  • Hyperactiviteit; ze zijn -vooral op jongere leeftijd- voortdurend in beweging. Ze zijn vaak snel opgewonden of gefrustreerd. Vaak voelen zij een grote onrust van binnen. Stil zitten en rustig zijn kost ongewoon veel energie
  • Impulsiviteit; zij doen voordat ze denken. Ze houden zich geregeld niet (ook niet onbewust) bezig met de gevolgen van hun gedrag; de ‘remfunctie’ lijkt verminderd
  • Regelfuncties; ze vinden het moeilijk te plannen, en om hun emoties, motivatie en alertheid te reguleren en eerdere ervaringen te laten meespelen bij beslissingen en verwachtingen over de toekomst (executieve functies). Ze reageren daardoor ook anders op beloning en straf

Niet iedereen heeft in gelijke mate last van deze verschillende kenmerken van ADHD. De aanwezigheid van het kenmerk hyperactiviteit bijvoorbeeld, gaat in contrast met het stereotype ‘Alle Dagen Heel Druk’ niet op voor alle vormen van aandachtstekortstoornis. Ook versterken of verzwakken sommige kenmerken met het ouder worden. Binnen de verzamelnaam aandachtstekortstoornis wordt op basis van de aanwezige kenmerken verschillende types onderscheiden:

  • ADHD-I het overwegend onoplettende type; bij (ernstige en aanhoudende) problemen met de aandacht en concentratie (‘dromers’/’fladders’, ook bekend onder de naam ADD)
  • ADHD-H het overwegend hyperactieve type; hiervan is sprake bij (ernstige en aanhoudende) hyperactiviteit en impulsiviteit
  • ADHD-C het gecombineerde type; waarbij sprake is van zowel aandachttekort als impulsiviteit-hyperactiviteit. Dit type komt het vaakst voor

In Nederland komt ADHD voor bij 2-5% van de schoolgaande kinderen tot 14 jaar. Twee procent heeft zeer ernstige symptomen. ADHD komt twee- tot driemaal zo vaak voor bij jongens als bij meisjes. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt doordat meisjes vaker door het meer onopvallendere ADHD-I type geplaagd worden en jongens overheersen binnen de andere types. ADHD komt (onder verschillende benamingen) in alle landen, culturen en tijden voor. Op de website van Balans, de landelijke vereniging voor ouders/begeleiders van kinderen met een ontwikkelingsstoornis, kunt u meer informatie vinden.

ADHD en hoogbegaafdheid

In de algemene beschrijving wordt al vermeld dat soms slechts een gedeelte van de symptomen van ADHD aanwezig is. Wanneer hoogbegaafdheid ook vermoed wordt, of vastgesteld is, moet allereerst het volgende overwogen worden: slechts omdat de signalen kloppen, hoeft het kind nog geen ADHD te hebben. Bekend klinisch psycholoog en wetenschapper James T. Webb (2005) beschrijft een groep hoogbegaafden waarbij de begaafdheid al dan niet is (h)erkend, maar waarbij kenmerken hiervan onterecht gediagnosticeerd zijn als emotionele, gedrags- of leerstoornissen. Er wordt een diagnose toegekend op basis van, voor hoogbegaafden, normaal gedrag. Zo kan er sprake zijn van geringe aandacht (bijvoorbeeld door verveling binnen een inadequate onderwijsomgeving), bewegingsonrust en prikkelgevoeligheid vanuit hoogsensitiviteit (lees meer over overexitabilities) en een laag doorzettingsvermogen wanneer een taak in de ogen van het kind onbelangrijk lijkt. Symptomen van ADHD die overlap vertonen met gedragingen bij hoogbegaafdheid zijn:

  • Snel afgeleid, concentratieproblemen, neiging af te haken of weg te dromen tijdens een conversatie, maar het vermogen te ‘hyperfocussen’ in specifieke situaties
  • Ongeduldig; een lage frustratiedrempel
  • Impulsiviteit; zowel verbaal als handelend. Bijvoorbeeld: impulsief geld besteden, plannen wijzigen, nieuwe (carrière)plannen maken etc.
  • Moeite met het organiseren en plannen van het leven; veel projecten tegelijkertijd en problemen met het voortzetten en afronden hiervan. Moeite met het starten ergens van (taakinitiatie) en chronisch uitstellen
  • Problemen met het aanvaarden van geijkte routines en vastgestelde procedures; moeite met het omgaan met veranderingen
  • Rusteloosheid, hoog activiteitsniveau
  • Moeite met autoriteit en sociale rolverdeling; de een vanuit de intensiteit van beleving en de ander vanuit een onvermogen zijn of haar reacties te onderdrukken in sociale situaties
  • Chronische problemen met gevoel van eigenwaarde
  • Gevoel van onderprestatie omdat de gestelde doelen niet bereikt worden (ongeacht hoeveel men al tot stand heeft gebracht)

Het kan dus lonen om eerst ‘aan de slag te gaan’ met de begaafdheid, en te bezien hoeveel verstorend effect van de signalen wijzend op ADHD er blijft bestaan.

Natuurlijk kán er bij een hoogbegaafde ook daadwerkelijk sprake zijn van ADHD, die kansen zijn gelijk aan die van een regulier ontwikkelend persoon. In dat geval doen de signalen zich doorgaans voor in verschillende situaties (school, thuis, elders, niet maar binnen 1 omgeving).

Aandacht en erkenning voor zowel de ADHD als de hoogbegaafdheid zijn essentieel in de begeleiding. De cognitieve capaciteiten kunnen de symptomen van de stoornis soms door compensatie verbloemen. Ook is het mogelijk dat de hoogbegaafdheid niet (h)erkend wordt doordat deze wordt ‘vertekend’ door de gevolgen van ADHD. Daarom is het belangrijk dat het kind zo volledig mogelijk ‘in kaart gebracht wordt’. Een uitgebreid psychologisch onderzoek biedt een combinatie van intelligentiebepaling en het beschrijven van de persoonlijkheid. Zo kan voor het individu bepaald worden bij welke begeleiding en ondersteuning hij of zij baat zou kunnen hebben. Dit dient dan te worden uitgevoerd door iemand die bekend is met zowel hoogbegaafdheid als leer- en gedragsproblematiek.

Binnen HIQ wordt alleen handelingsgericht onderzoek uitgevoerd (geen DSM diagnose, wel praktische en persoonlijke adviezen). Voor daadwerkelijke diagnosticering (en eventueel medicamenteuze behandeling) dient men zich te wenden tot de SGGZ (GZ-psycholoog, psychiater, kinderarts, etc). Geadviseerd wordt dan te zoeken naar iemand met kennis van zowel begaafdheid als de ontwikkelingsstoornis.

Signalen van ADHD gecombineerd met begaafdheid

(bron: Gerven, van E. (2011). Handboek Hoogbegaafdheid. Koninklijke Van Gorcum, Assen.)